Tijdens een bruiloftsdiner van mijn vriendin en haar partner
ontdekte ik dat ik weer over mijn werk zat te praten. Omdat ik zei: “Oh ik had me voorgenomen dat niet meer te doen”, antwoordden de jongelui dat ze het juist heel erg geïnteresseerd waren.
Ik dacht dat moet ik niet meer doen, want destijds toen ik net de opleiding begon was ik zo enthousiast over de effecten van regressietherapie dat ik dat aan iedereen die maar een -luisterend- oor bezat, graag en vaak vertelde. Over hoe helend regressie was. Ik had toen een ‘’beste’’ vriendin.
De samenstelling van mijn vrienden is niet meer wat het was.
Dat is heel erg veranderd vanaf mijn vijftigste zo’n beetje, toen ik de opleiding begon. Dat is allemaal begonnen vanaf het moment dat ik de opleiding bij SRN, en later Tasso startte. Mijn beste vriendin verweet me dat ik altijd over mijn studie en werk praatte, en ik haar visite er ook mee lastigviel. Ik denk dat ze gelijk had. In mijn enthousiasme sloeg ik wel eens op hol. Over hoeveel mooier je leven er dan uitzag, na een paar sessies.
Daarna heb ik me voorgenomen er niet meer over te praten. Dat lukt meestal wel, en soms niet.
Ook een van mijn kinderen gaat met de hakken in het zand, als ik over regressietherapie en de mooie gevolgen vertel. Als ik vertel dat je zo verschrikkelijk veel kunt bereiken. En als je nou denkt, dat ik vanwege mijn werk zo’n leuk leven heb, dan heb je gelijk en ongelijk. Want het leven offreert mijn ook behoorlijk vieze kunstjes. Want ook therapeuten hebben een proces te gaan. En naast partner van, moeder van twee, en oma van vijf heb ik een rijk leven, maar niet geheel zonder problemen die altijd maar weer om een oplossing vragen. Ik ga dus regelmatig zelf ook in therapie. En dan steeds weer bij andere therapeuten. Gewoon het leerproces van het leven vind ik. Ach ja, dat klinkt ook weer zo belerend, maar ik vind het wel zo.
Hans ten Dam die zei destijds, dat de formatie van je bezoek
en de mensen met wie je omgaat, steeds verandert. Soms komt er iemand bij, of er gaat iemand af. Dat heet ‘’leven’’. Zoals de trein van Groningen naar Maastricht. Die reis kun je in één keer doen. Maar je kunt ook opstappen, uitstappen, ergens een tijdje verblijven, dan weer opstappen, uitstappen, andere nieuwe mensen ontmoeten. Sommige mensen laat je achter, voor een paar jaar, of voor dit leven. Vriendschap die je ooit maakte hoeft niet over te gaan door een misverstand. Je kunt altijd weer contact opnemen. Als je bereid bent de hand in eigen boezem te steken. Je kunt de ander niet veranderen maar wel jezelf.
Tijdens de opleiding kreeg ik te horen,
dat ik steeds aan het geven was aan mijn beste vriendin. Het water stond me aan de lippen. Toen ik stopte met geven werd ze ontzettend boos op mij. ‘’Je gaf haar eerst snoepjes, en nu krijgt ze niks meer’’, werd mij toen verteld. ‘’Je verwent haar niet meer, maar je pakt iets van haar af, wat ze altijd van jou gewend was’’. Ik begreep de boodschap meteen, en moest de vriendschap opzeggen, omdat het op een verkeerd aangeleerd patroon was gestoeld. Dit moest van mezelf. Dat deed erg zeer, en mijn vriendin was niet voor een goed gesprek in. Want dát had zij dan weer niet geleerd van huis uit. Pijnlijke gebeurtenis.
Copyright Laura Daggers-de Koning