Hij is zijn vrouw naar de keel gevlogen én heeft een mes gebruikt, terwijl er een kind bij was.
Hij vindt dit laf en begrijpt niets meer van zichzelf. Hij is een gevaar voor de maatschappij
(zegt iedereen om hem heen).
Maar één ding is zeker, hij wil dit uitwerken. Hij wil een leven met háár.
En omdat hij al eerder getrouwd was, weet hij zeker, dat dit de vrouw van zijn leven is.
Zodoende mailt hij me. Hij wil naar de kern van de zaak.
Eerder waren ze samen een jaar bij een relatiecoach.
Zijn vrouw vertoont manipulerend gedrag en hij is kwetsend en vernederend naar haar toe.
Toen het uit de hand liep, kneep hij haar keel dicht en pakte er een mes bij.
Hij zegt dat het meer een reflex was, om zichzelf te verdedigen.
Nu lijkt het alsof iedereen om hem heen bang is en hem ontwijkt.
Hij moet in therapie van justitie, want ánders…
Na de relatiecoach is hij naar een mannengroep gegaan, waar hij alweer vier maanden in zit.
Hij is slim, heeft een eigen bedrijf dat goed loopt. Maar ziet dat er in de groep
voor hem geen vooruitgang zit. Nu is er in die groep de vorige keer een therapeut geweest
die familieopstellingen deed. Dat raakte hem diep. Zijn vader liet hun gezin namelijk in de steek.
“Wat heb ik eigenlijk aan die man gehad?” vraagt hij mij. Zodoende wil hij uitzoeken waarom
hij deze vader had. Hij heeft haast, wil leven! Leuk leven.
In de sessie komt hij in zijn jeugd terecht waar hij weinig anders mag dan lief en goed zijn.
De beelden tonen zijn vader, die eruit ziet als Jezus, inclusief baard. Hij komt in zijn kindertijd waar hij twee keer per zondag naar de kerk moest.
“Je mocht niks”, schampert hij. En dát met nog twee broers die ook vol leven zaten.
Hij komt terecht in de situatie dat zijn moeder opgenomen werd in een psychiatrisch ziekenhuis. Toen zorgde de oudste zus voor het gezin.
Vader mishandelde moeder en liep weg.
Toen moeder weer terug was wilde hij troosten, omdat hij zag hoe ongelukkig ze was.
Zijn grotere broers plaagden hem, eerst goedmoedig, maar van lieverlee, kwaadaardiger.
De jongens onderling pestten elkaar. Er was geweld in het gezin. De moeder was nogal
geobsedeerd door aandacht van mannen. En toen zijn vader weg was, troostte hij mama,
vooral als ze ’s nachts lag te huilen.
Dit deed hij enkele jaren, maar hij groeide op tot een man. En mama hield van mannen.
In zijn huidige leven heeft hij geen plek voor zichzelf. Hij is altijd bezig en neemt nooit rust.
Na twee sessies zegt hij dat de reflex om een mes
te pakken er niet meer is. “Hoe voelt dat voor je?” vraag ik.
“Dan tel ik op mijn vingers af, dat het al vijf weken
geleden is dat ik niet meer agressief reageer.
Ik durf het niet te geloven. Het is alsof er iemand
of iets dood is, en of er een baby geboren is”,
zegt hij en kijkt me blij verbaasd aan.